Waarom de Nederlandse ambassade in Boedapest de runners-up BMO-Ambassadeprijs in 2022 won

De Nederlandse ambassade in Boedapest won de runners-up BMO-Ambassadeprijs voor Mensenrechten in 2022. Deze prijs wordt eens in de twee jaar uitgereikt door het Breed Mensenrechten Overleg (BMO), het samenwerkingsverband van 20 mensenrechten- en ontwikkelingsorganisaties. Wij spraken Désirée Bonis, de Nederlandse ambassadeur in Boedapest, die ons vertelde wat de ambassade onderneemt omtrent mensenrechten en wat daarbij uitdagingen zijn.

Met veel plezier en passie draagt Désirée Bonis dagelijks het Nederlandse beleid en de Nederlandse normen en waarden uit. Helaas zorgen de politieke ontwikkelingen in Hongarije ervoor dat dit niet altijd even makkelijk is. “Het beleid van de Hongaarse regering staat sinds een aantal jaren op gespannen voet met het EU-verdrag waar Nederland zeer aan hecht. Het speelveld voor het maatschappelijk middenveld krimpt, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht staat onder druk en hetzelfde geldt voor de vrijheid van de media. De belangen van de politieke machthebbers en een klein aantal oligarchen raken steeds meer verstrengeld, openbare aanbestedingsregels worden met voeten getreden en de corruptie neemt toe.‘’ laat Bonis aan ons weten. Maar helaas is dat niet het enige: “LHBTIQ+ -personen worden bij wet gediscrimineerd en in een kwaad daglicht gesteld.’’

Bonis vindt het belangrijk dat Nederland zich zo veel mogelijk te weer stelt tegen dit soort kwalijke praktijken. ‘’Ook uit eigenbelang”, vertelt ze. ‘’Hongarije heeft invloed op EU-besluitvorming die rechtstreeks raakt aan Nederlandse belangen en die ook onze gezamenlijke opstelling richting derde landen – bijvoorbeeld in VN-verband – bepaalt.’’

Ze vervolgt: ‘’Via het Mensenrechtenfonds hebben we lokale organisaties kunnen steunen die zich inzetten voor onder meer vergrote acceptatie van LHBTIQ+ personen in Hongarije, voor bestrijding van huiselijk geweld, voor toegang tot onafhankelijke media en voor capaciteitsopbouw van maatschappelijke organisaties.’’ Maar de Nederlandse ambassade in Boedapest neemt ook zichtbaar deel aan activiteiten zoals Budapest Pride en het Mensenrechten Filmfestival. Bonis legt uit: ‘’We spreken daar ook veel met activisten en onafhankelijke journalisten. We hebben influentials rond meerdere mensenrechten thema’s uitgenodigd voor trainingsprogramma’s in NL en kandidaten voorgedragen voor de jaarlijkse Mensenrechtentulp.’’

’Blijkbaar vindt Den Haag dat we goed bezig zijn: we hebben de financiële ruimte gekregen om meer nuttige activiteiten te ondersteunen. En dankzij onze enthousiaste collega’s Wouter Kuin en György Farkas lukt dat wonderwel! We zijn blij dat we dit kunnen doen, maar de vraag blijft groot en de middelen schaars. Er zijn aanwijzingen dat de Open Society Foundation zich gaat richten op landen buiten de EU; dat zou een aderlating zijn voor Hongaarse NGOs. En dit terwijl de mensenrechtensituatie hier gestaag verslechtert; zelfs in de twee jaar van mijn verblijf hier heb ik de toestand achteruit zien gaan.’’

De ruimte voor het maatschappelijk middenveld staat al langere tijd onder druk, ook in Hongarije. Toch ziet Bonis ruimte voor de Nederlandse ambassade om de maatschappelijke ruimte te ondersteunen en te versterken. ‘’Er is in Hongarije als EU-lidstaat relatief meer ruimte om activiteiten te ondersteunen dan in vele niet-Westerse landen. Journalisten worden hier ook niet gearresteerd, activisten verdwijnen niet achter slot en grendel, het is niet illegaal om fondsen te ontvangen uit het buitenland. ‘’ legt ze uit.

‘’Maar er is wel degelijk sprake van intimidatie en lastercampagnes, van oneigenlijk druk via vergunningen of belastingen en soms ook van bedreiging. Ook zijn gevallen bekend waarin oppositionele krachten en onderzoeksjournalisten op last van de regering illegaal zijn afgeluisterd met behulp van de Pegasus-software. Sinds 2021 is het zogenaamd propageren van LHBTIQ+ uitingen in boeken of films aan banden gelegd: zo moeten boekhandels sinds kort materiaal met LHBTIQ+ inhoud in cellofaan pakken, zodat het niet vrijelijk in te zien is.’’

‘’In een kil klimaat als dat van Hongarije is het van belang om NGO’s niet alleen financieel, maar ook moreel te steunen”, laat Bonis weten. Zij zoekt verschillende NGO’s regelmatig op en nodigt ze uit om ze in het zonnetje te zetten. ‘’Dit zorgt ervoor dat ze de moed niet verliezen’’. Ze legt uit: “Dat is erg belangrijk, omdat vrijwel alle andere EU-lidstaten een mensenrechtenbeleid voeren dat uitsluitend gericht is op landen buiten de EU. De Ieren vormen hierop een uitzondering. Geïnspireerd door ons Mensenrechtenfonds zetten zij nu ook een budgetlijn op voor Hongarije.’’

Het verdedigen van mensenrechten kost tijd en energie, vooral in landen waar deze rechten op dagelijkse basis worden geschonden. Maar juist daarom is het van belang dat de Nederlandse ambassades mensenrechten-initiatieven ondersteunen, zich publiekelijk uitspreken en steun betuigen. “Mensenrechtenbeleid is nog steeds een hoeksteen van het Nederlands buitenlands beleid. Geef niet op, blijf aan de weg timmeren, want voor veel organisaties is onze steun van ongelooflijk groot belang en er staat vaak veel op het spel, zelfs hier in EU-lidstaat Hongarije. Ik zou zeggen: schroom ook niet om je nek uit te steken in een moeilijke politieke context, tenslotte staan we ergens voor waar we met recht trots op kunnen zijn.’’ aldus Bonis.